Rapport verenigde commissies Buitenlandse Betrekkingen en Landsverdediging op 26/09/2014

Door Peter Buysrogge op 16 oktober 2014, over deze onderwerpen: Defensie

Tijdens de plenaire vergadering van 26/09/2014 werd een resolutie goedgekeurd waardoor België officieel deel kon nemen aan de internationale interventie tegen IS in Irak. Als rapporteur had ik de taak bij het begin van de vergadering een samenvatting te geven van de voorafgaande verenigde commissies Buitenlandse Betrekkingen en Landsverdediging op 24/09/2014, waarin de resolutie een eerste maal werd besproken

 

Goedemiddag meneer de Voorzitter,

dames en heren Ministers

Beste Collega’s

 

Ik breng kort het verdere verslag van de vergadering van de verenigde commissies Buitenlandse Betrekkingen en Landsverdediging van woensdag jongstleden.

De heer Peter Luykx (N-VA) geeft aan dat de N-VA de Belgische deelname aan een militaire interventie noodzakelijk vindt. Ook wil hij een lans breken voor de budgetten voor Defensie. Enkel op die manier zorgen we er voor dat wij een betrouwbare internationale partner blijven. De heer Luykx meldt dat de veiligheidsdiensten de nodige middelen moeten krijgen om de binnenlandse veiligheid te garanderen. Hij  geeft ook aan dat humanitaire, maatschappelijke en diplomatieke steun aan de regio noodzakelijk blijft. Deze mening wordt gedeeld door alle aanwezige fracties die later aan bod komen.

De heer Stéphane Crusnière (PS) vertelt dat er nood is aan een duidelijk kader. De interventie moet duidelijk afgelijnd zijn qua tijd en grondgebied. De heer Crusnière meldt voorts dat onze militairen onder geen beding mogen worden ingezet voor grondoperaties.

De heer Veli Yüksel (CD&V) betreurt dar er geen VN-mandaat is voor deze interventie. Hij geeft wel mee dat de vraag van Irak tot interventie zorgt voor legitimiteit. Hij benadrukt dat dit geen oorlog is tussen het westen en de islam. Ook moet er werk worden gemaakt van preventie, om zo de voedingsbodem voor radicalisering weg te nemen.

De heer Denis Ducarme (MR) geeft aan dat de voorgestelde resolutie door een groot aantal fracties wordt gesteund. De resolutie geeft uitdrukking aan een ruim aantal bezorgdheden op politiek-diplomatisch, financieel, economisch, humanitair en sociaal vlak. De heer Ducarme beklemtoont dat IS niet alleen een bedreiging vormt voor de stabiliteit van de regio, maar ook voor die van de Europese landen. Hij benadrukt ook de deelname van de lidstaten van de Arabische Liga aan de internationale coalitie.

Mevrouw Nele Lijnen (Open VLD) zegt dat niet optreden in dit conflict geen optie is. Daarnaast geeft zij aan dat er een oplossing moet worden gevonden voor het probleem in Syrië. Deze kwestie is echter niet aan de orde zolang er geen vraag is van de Syrische overheid of er een toekenning komt van een VN-mandaat. Ook stelt zij de houding van sommige commissieleden in vraag. Sommigen dringen nu aan op een militaire interventie met F-16’s, maar kanten zich tegelijk tegen een vernieuwingsoperatie van onze jachtvliegtuigen.

De heer Alain Top (sp.a) deelt mee dat de missie beperkt moet zijn in de tijd. Op korte termijn is er nood aan een evaluatie van de interventie. Hij stelt zich ook vragen over de stationering van de Belgische militairen.

De heren Benoit Hellings en Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen) vragen zich af wat de doelstelling is van de toekomstige Belgische interventie. Ook hebben zij vragen omtrent het tijdstip waarop deze actie zal worden beëindigd. De heren Hellings en De Vriendt roepen op om een regionale vredesconferentie bijeen te roepen, waarin onder meer Iran en Rusland moeten zetelen. De heer De Vriendt stelt dat immers een land als Rusland een rol moet kunnen spelen in het vinden van een duurzame oplossing. Daarnaast geeft hij mee dat de financiële kanalen tussen IS en landen als Turkije, Saoudi-Arabië en de Golfstaten moeten worden ontmanteld.

De heer Georges Dallemagne (CDH) stelt dat het onze plicht is om tussen te komen. Hij meldt ook dat een luchtoperatie echter moet samengaan met een ondersteuning van lokale grondtroepen. In dit verband worden de Koerdische peshmergastrijders genoemd.

De heer Theo Francken (N-VA) benadrukt nog dat de N-VA het spijtig vindt dat er dan toch geen special forces worden gestuurd om Irakese militairen te steunen en te trainen. Deze steun is nochtans van groot belang. De heer Francken meldt nog dat hij begrijpt waarom men er voor opteert prioritair in Irak op te treden. Hij heeft hier echter praktische bedenkingen bij, daar de activiteiten van IS zich vooral situeren in het grensgebied tussen Irak en Syrië.

De resolutie werd na amendering, waarin extra nadruk werd gelegd op het internationaal recht en de mensenrechten, door de commissie unaniem goedgekeurd, op onthoudingen van Ecolo-Groen na.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is